Stacey van Herk
Werkvoorbereider
Als vrouw in de techniek moet je je mannetje staan.
Vroeger als kind vond Stacey alles wat knoppen en een stekker had leuk. De interesse voor techniek was er dus altijd al. Toch heeft ze als jong meisje even getwijfeld om die ‘mannenwereld’ in te gaan. De Stacey van nu zou tegen de Stacey van toen hebben gezegd: "Ga ervoor!"
Op de middelbare school koos ze voor de richting techniek, maar pas nadat haar ouders haar overtuigden deze richting te verkiezen boven de zorg. “Als jong meisje was ik nog niet zo weerbaar en die mannenwereld vond ik best beangstigend”, vertelt Stacey. “Ik koos bíjna voor de zorg, een echte meisjesrichting. Niet omdat ik de zorg zo leuk vond, want ik ben altijd een techneut geweest, maar dat leek me beter als vrouw. Mijn ouders hebben me overtuigd mijn hart te volgen. Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor. Het is achteraf de beste en de enige keus, die ik had kunnen maken.”
Stacey: "Meer meisjes en vrouwen in de techniek is een heel goed idee. Want vrouwen werken over het algemeen zorgvuldig en beschikken over een fijne motoriek wat hun werk ten goede komt. Daarnaast biedt de techniek volop kansen en mogelijkheden. Je ontwikkelen en mooie stappen maken, liggen voor de hand."
Klimmen op die ladder
Toen Stacey eenmaal voor de techniek koos, kwam ze op verschillende werkplekken terecht en volgde ze diverse opleidingen. Stacey: “Ik ben van origine licht- en geluidstechnicus. Toen volgde ik een BBL-traject om panelenbouwer te worden. Vervolgens leerde ik door voor tekenaar, omdat dat mijn droomfunctie was.” En Stacey was ook drie jaar lang tekenaar in de tekenkamer. Toen maakte ze de overstap naar Hoppenbrouwers Techniek Deurne. “Ik kende Hoppenbrouwers nog van een eerdere stage en ik had het daar goed naar mijn zin”, geeft Stacey aan. “Ik zag een vacature voorbijkomen in mijn thuisstad Deurne, dus solliciteerde ik. Ik kon aan de slag als monteur, en inmiddels mag ik mijzelf werkvoorbereider noemen. Ik vind het zo leuk, dat ik zelfs niet per se terug wil naar tekenkamer.”
Tegen een stootje kunnen
Stacey wil er niet omheen draaien. Als vrouwelijke techneut moet je wel ergens tegen kunnen. “Het klopt dat je weerbaar genoeg moet zijn om je staande te houden in deze mannenwereld. Je krijgt te maken met vooroordelen -kun jij dit wel?- en je krijgt ook heus wel eens een opmerking naar je hoofd geslingerd. Zo’n opmerking wordt met een knipoog gezegd, maar is -als je hem ontleedt-, niet per se heel vrouwvriendelijk. Je moet als vrouw in de techniek je mannetje staan en niet alles serieus nemen.
Ik ben er zelf veel mondiger en sterker door geworden. Ook vind ik het fijn om te merken dat ik net zo gezellig mee kan doen met de jongens, als dat ik mijn zachtere kant kan laten zien. Ze weten mij wel te vinden als er iets aan de hand is en ze hebben een luisterend oor of advies nodig. Ik ben oprecht blij dat ik niet in de zorg ben gaan werken. Laat mij maar lekker zorgen voor technische hoogstandjes.”